Ambities
Werk en inkomen | Begroting 2022 primitief | Begroting 2022 na wijziging | Rekening 2022 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | |||||
Alle Nijmegenaren participeren bij voorkeur door werk | 50,4 | 53,0 | 49,2 | 3,8 | V |
Alle Nijmegenaren kunnen in hun levensonderhoud voorzien | 134,8 | 168,3 | 156,0 | 12,3 | V |
185,2 | 221,2 | 205,1 | 16,1 | V | |
Baten | |||||
Alle Nijmegenaren participeren bij voorkeur door werk | 0,1 | 0,4 | 0,7 | -0,3 | V |
Alle Nijmegenaren kunnen in hun levensonderhoud voorzien | 108,2 | 108,7 | 105,2 | 3,4 | N |
108,3 | 109,1 | 105,9 | 3,1 | N | |
Totaal per programma | 76,9 | 112,2 | 99,2 | 13,0 | V |
Verschil = Begroting na wijziging -/- Rekening (V=voordeel; N=nadeel) |
Totaal programma
Aan het programma Werk en Inkomen geven we per saldo € 99,2 miljoen uit. Het grootste deel hiervan gaat naar de ambitie "Alle Nijmegenaren kunnen in hun levensonderhoud voorzien" (51%).
Per ambitie
Alle Nijmegenaren participeren bij voorkeur door werk
Lastenzijde
Ten opzichte van de dynamische begroting is er € 3,8 miljoen (7%) minder uitgegeven. Oorzaken van deze afwijking zijn:
Doel: meer kans op duurzaam betaald werk
Op dit beleidsdoel is € 3,0 miljoen minder uitgegeven dan begroot.
Voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) heeft de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) minder middelen nodig gehad dan het bedrag dat is opgenomen in de gemeentelijke begroting. Het voordelige resultaat bedraagt € 2,2 miljoen. Omdat er vanaf 2015 géén nieuwe instroom mogelijk is in de WSW én de uitstroom van SW medewerkers de afgelopen jaren versneld heeft plaatsgevonden, heeft dit geleid tot een voordeel op de totale kosten van de WSW. De MGR hanteert voor de begroting en realisatie een "kostprijs per eenheid"; door een hogere toegevoegde waarde én een voordeel op de salariskosten, is de toegerekende kostprijs per eenheid dit jaar lager uitgevallen. Met het voordelige resultaat op de WSW is in de 2e voortgangsmonitor 2022 rekening gehouden.
Op de inzet van de Participatiemiddelen door de MGR is een voordelig resultaat behaald van € 1,1 miljoen. Dit voordeel is veroorzaakt doordat de MGR geen beroep heeft hoeven doen op de ontvangen crisismiddelen Corona (Rijksmiddelen 4e en 5e compensatiepakket). Dit vanwege de lage extra instroom in de bijstand, waardoor er ook minder dienstverlening door het Werkbedrijf nodig was. Met dit voordeel is in de 2e voortgangsmonitor rekening gehouden.
Ten opzichte van de begroting is op de loonkostensubsidies (instrument ingezet door de MGR/Werkbedrijf) een nadelig resultaat behaald van € 0,4 miljoen.
Doelen: bestrijden financiële risico's, stop intergenerationele werkloosheid en participatie bevorderen >18 jaar
Op deze beleidsdoelen is € 0,7 miljoen minder uitgegeven dan begroot.
Op de Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering (CAZ) is € 0,4 miljoen overgehouden. Dit voordeel is structureel en wordt vanaf 2023 ingezet om de gemeentelijke bijdrage te verhogen.
Op de regelingen van maatschappelijke participatie is € 0,1 miljoen minder uitgegeven dan begroot.
Op het busabonnement is € 0,3 miljoen minder uitgegeven. In 2022 heeft de vervoerder het tarief van het busabonnement niet geïndexeerd. Dit verklaart deels het overschot. In 2023 zal het tarief weer worden geïndexeerd.
Batenzijde
Ten opzichte van de dynamische begroting is er € 0,3 miljoen (75 %) meer baten gerealiseerd.
Oorzaken van deze afwijking zijn :
Doel: meer kans op duurzaam betaald werk
Op dit beleidsdoel is er voor € 0,4 miljoen meer baten gerealiseerd dan begroot.
De definitieve afrekening van een ESF subsidie is hoger uitgevallen dan verwacht (overrealisatie is door het Rijk vergoed). Dit heeft een voordeel opgeleverd van € 0,2 miljoen.
De afrekening van oude IPS trajecten (2017-2019) door de MGR/Werkbedrijf heeft een voordelig resultaat opgeleverd van € 0,2 miljoen.
Alle Nijmegenaren kunnen in hun levensonderhoud voorzien
Lastenzijde
Ten opzichte van de dynamische begroting is er € 12,3 miljoen (7%) minder uitgegeven. Oorzaken van deze afwijking zijn:
Doel: verstrekken uitkeringen en toeslagen
Op dit beleidsdoel is € 12,1 miljoen minder uitgegeven dan begroot.
Op de begrote BUIG-uitkeringen (PW, IOAW/Z en BBZ levensonderhoud) en BBZ bedrijfskredieten is een voordelig resultaat behaald van € 5,2 miljoen. Het voordelige resultaat is mede behaald door een daling van het aantal cliënten met een uitkering. Deze daling heeft zich in 2022 doorgezet. Ten opzichte van ultimo 2021 is het totale klantenbestand met 3,9% afgenomen.
Er is een nadeel van € 1,1 miljoen vanwege een compensatie vanuit het programma voor de uitvoeringskosten TOZO-regeling (budgetoverheveling naar afdeling Z&I). Compensatie vanuit het programma is gemeld in de 2e voortgangsmonitor.
Aan studietoeslag is in 2022 € 0,4 miljoen meer uitgegeven dan begroot. In 2022 is het stelsel van de studietoeslag gedurende het jaar gewijzigd. Er is een staffelsystematiek ingevoerd en de doelgroep is vergroot. In 2022 was er sprake van een overgangsperiode van de oude systematiek naar de nieuwe.
Op de bijzondere bijstand is een voordelig resultaat behaald van totaal € 8,6 miljoen. Dit hoge overschot wordt met name veroorzaakt door de energietoeslag. Aan het einde van het jaar moesten nog veel aanvragen over 2022 worden afgehandeld. Het programma heeft in 2022 ook budget ontvangen voor het uitkeren van het voorschot 2023. Er is besloten om het voorschot 2023 niet meer in 2022 te verstrekken. In totaal is er € 9,2 miljoen overgehouden op deze regeling. Bij de paragraaf Resultaatbestemming wordt verzocht om een budgetoverheveling voor de energietoeslag. Daarnaast is er € 0,7 miljoen meer aan leefgeld Oekraïners uitgekeerd en € 0,2 miljoen aan uitvoeringskosten kinderopvangtoeslag bekostigd. Beide uitgaven worden volledig gecompenseerd aan de batenkant. Verder zijn de lasten voor overige regelingen vallende onder de bijzondere bijstand € 0,3 miljoen lager uitgevallen.
Batenzijde
Ten opzichte van de dynamische begroting is er € 3,4 miljoen (3 %) minder aan baten gerealiseerd.
Oorzaken van deze afwijking zijn :
Doel: verstrekken uitkeringen en toeslagen
Op dit beleidsdoel is er voor € 3,4 miljoen minder baten gerealiseerd dan begroot. Dit nadeel is veroorzaakt door:
De definitieve beschikking 2022 van de Rijksmiddelen BUIG is lager dan de baten die in de begroting zijn opgenomen. Dit leidt tot een nadelig resultaat van € 4,6 miljoen. Bij de 2e voortgangsmonitor is met dit nadeel rekening gehouden.
Bijzondere bijstand heeft € 1,1 miljoen meer aan baten gerealiseerd. Er is € 0,7 en € 0,2 miljoen compensatie ontvangen voor respectievelijk leefgeld Oekraïne en kinderopvangtoeslag. Daarnaast is de opbrengst debiteuren € 0,1 miljoen hoger uitgevallen.
Het verschil tussen de primitieve begroting en de dynamische begroting is hierboven toegelicht bij het onderdeel Begrotingswijzigingen.