Indicatoren
Het jaar 2022 is hierin nog niet overal gevuld. Dit kan komen doordat de cijfers voor 2022 pas in de loop van 2023 ter beschikking komen. Dat geldt onder meer voor veel van de verplichte indicatoren, waarvoor waarstaatjegemeente.nl de bron is. Daarnaast geldt voor diverse indicatoren dat deze tweejaarlijks gemeten worden (en enkele worden zelfs vierjaarlijks gemeten).
| 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Absoluut verzuim per 1.000 leerplichtigen | 8,9 | 8,6 | 11,4 | 11,9 | 11,2 | 9,4 | 7,6 | 8,5 | |
Gemiddelde benchmark | 2,5 | 2,7 | 3,7 | 2,8 | 4,2 | 4,1 | 3,7 | 4,3 | |
Relatief verzuim per 1.000 leerplichtigen | 37 | 39 | 36 | 27 | 23 | 19 | 15 | 18 | |
Gemiddelde benchmark | 34 | 31 | 32 | 25 | 25 | 24 | 19 | 19 | |
Percentage voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (VSV-ers) onder 12- t/m 22-jarigen | 2,4% | 2,2% | 1,9% | 2,4% | 2,9% | 2,3% | 2,1% | 2,1% | 2,6% |
Gemiddelde benchmark | 2,7% | 2,5% | 2,3% | 2,6% | 2,8% | 2,7% | 2,3% | 2,5% | 3,1% |
Percentage leerlingen dat naar basisschool dichtbij gaat (maximaal 300 meter verder van het woonadres dan de dichtstbijzijnde school) | 66% | 65% | 64% | 63% | 63% | 62% | 61% | 61% | |
Aandeel leerlingen in speciaal onderwijs | 6,2% | 6,1% | 5,8% | 5,9% | 5,7% | 5,9% | 5,9% | 6,0% | 5,9% |
Percentage van peuters met ontwikkelingsrisico dat gemeente bereikt met een toegespitst aanbod | 95% | 92% | 83% | 84% | 84% | ||||
Aantal basisscholen dat behoort tot de 15% van de Nederlandse scholen met een populatie die de meeste kans op onderwijsachterstand heeft | 12 | 12 | 11 | 11 | 11 | 11 |
Toelichting
- Absoluut verzuim per 1.000 leerplichtigen
Van absoluut verzuim is sprake als een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht niet is ingeschreven op een school en ook niet vrijgesteld is van de inschrijvingsplicht. Administratieve factoren vertekenen de benchmark voor deze verplichte indicator. Vaak is bij scholen de administratie pas op 1 oktober rond. De meldingen van DUO komen echter al in augustus en september binnen. De meeste gemeenten wachten tot oktober met het importeren van DUO-gegevens, om onnodige meldingen van absoluut verzuim te voorkomen. In Nijmegen is de keuze daar juist snel mee te zijn, om er eventueel vroeg op af te kunnen. De afdeling Leerplicht van de gemeente Nijmegen hanteert een strikte registratie van alle absoluut verzuimmelding, dus ook voor de gevallen die snel worden opgelost. Administratieve redenen verklaren dus dat Nijmegen hoger dan het gemiddelde voor de benchmark scoort.
- Relatief verzuim per 1.000 leerplichtigen
Van relatief verzuim is sprake als een op een school ingeschreven leer- of kwalificatieplichtige jongere ongeoorloofd afwezig is. De verzuimcijfers kunnen beïnvloed worden door beleid gericht op het sneller melden van verzuim. De benchmark voor deze verplichte indicator kan dus vertekend zijn. - Aandeel leerlingen in speciaal onderwijs
Het gaat om het percentage leerlingen in het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, waarbij gepercenteerd is op alle leerlingen in het primair onderwijs (dus exclusief voortgezet onderwijs, conform landelijke cijfers). - Percentage van peuters met ontwikkelingsrisico dat gemeente bereikt met een toegespitst aanbod
De opgenomen percentages betreffen het vierde kwartaal. - Gemiddelde benchmark
Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.
Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over onderwijs:
Stads- en Wijkmonitor 2022