Paragrafen

Financiering

Ook in 2022 is de rente nog historisch laag gebleven. Het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) is in 2022 echter gedraaid en de negatieve rentes zijn opgelopen naar positieve rentes tot ca 3%. Verwachting is dat de rentes nog wel verder zullen stijgen om de in 2022 door energiecrisis en oorlog in Oekraïne ontstane inflatie te kunnen beteugelen.

Voor leningen met korte looptijden was vanaf halverwege 2022 sprake van een te betalen rente. In de eerste helft van 2022 kregen wij bij kasgeldleningen met een looptijd van enkele weken daarom steeds geld bij. Hier hebben we maximaal van geprofiteerd binnen de wettelijke kasgeldlimiet. Wettelijk is de totale aflossing in een jaar gemaximeerd op 20% van het begrotingstotaal. De gemeente blijft onder deze renterisiconorm, zoals blijkt uit de bijlage ‘Leningen norm renterisico

De gemeente maakt gebruik van leningen die pas aan het einde van de looptijd moeten worden afgelost. Als een lening afloopt moeten we deze meestal – deels- vervangen. Het risico bestaat dat de rente op dat moment hoog is. Om dit risico te beperken spreiden we meerjarig de momenten waarop leningen aflopen.
Bij elke looptijdkeuze kijken we ook naar de renteontwikkeling. In voorgaande jaren varieerden we aangegane leningen doorgaans met looptijden van 1 tot 10 jaar. Gezien de lage rentestand is het aantrekkelijk om leningen aan te gaan met een langere looptijd. Hiermee bereiken we een nog duurzamere financiering.

Het risico dat partijen waaraan we geld hebben verstrekt hun rente en aflossing niet meer kunnen betalen wordt zoveel mogelijk beperkt. Bij de aanvraag beoordelen we of een instelling een gezonde financiële positie heeft en de rente en aflossing kan blijven betalen. Daarnaast vragen we bij een onderpand om een hypotheekrecht en betrekken we waar mogelijk een waarborgfonds. Door een borgstelling van een waarborgfonds wordt het verlies bij het afboeken van een lening gedeeld.

De oude leningen aan woningcorporaties (eind 2022: € 15,5 miljoen) zijn volledig geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Sinds 1983 loopt dit niet meer direct via de gemeente. In plaats daarvan staat het waarborgfonds garant voor leningen van banken aan woningcorporaties. Gemeenten en het Rijk nemen samen wel een achtervangpositie in richting het WSW. Hier is echter nog nooit een beroep op gedaan. Leningen aan sportclubs worden voor 50% geborgd door de Stichting Waarborgfonds Sport.

Bankzaken van gemeenten vinden overwegend plaats met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), de Nederlandse WaterschapsBank (NWB) en uiteraard het Rijk. Met het Rijk in verband met het verplichte schatkistbankieren. Naast het sluiten van rechtstreekse leningen bij genoemde instellingen, maken wij ook gebruik van schuldpapier. In dat geval treedt de BNG op als tussenpersoon van een lening..

Rente & risico's

Deze pagina is gebouwd op 09/05/2023 10:42:04 met de export van 09/05/2023 10:19:21